VMBC het Anker

Afgelopen clubavond heeft Nils Jelsma ons weer eens meegenomen in de wereld van 3D printen. Na eerst een uitleg over de verschillende soorten printtechnieken en de voor- en nadelen van iedere techniek, gaf hij daarna een demo: hoe “simpel” het is om iets te ontwerpen en vervolgens te printen. In no time had hij met het programma 123 Design een lichtbak/schijnwerper getekend [inclusief koelribben]. En deze vervolgens, in één sessie, 40 maal geprint. In 2018 had Nils ook al eens een demo gegeven. Toen maakte hij gebruik van een printer op basis van filament. Hij gebruikt inmiddels al een derde printer. Deze maakt gebruik van UV-gevoelige vloeistof.

Uiteraard was het ook mogelijk om vragen te stellen. Eén vraag stak er wel bovenuit. Een niet nader bij naam te noemen RWS medewerker vroeg zich af of dat het ook mogelijk was om op het werk de ontwerpen met het tekenprogramma voor te bereiden. Ambtenaar zeker!

Foto’s zijn er deze avond gemaakt door Gerrit Heringa. Klik hier om ze te bekijken.

Hieronder nog even een korte uitleg over de verschillende printtechnieken.

Fused Deposition Modeling (FDM)
Dit soort techniek is degene die we allemaal kennen, deze printers gebruiken verschillende soorten plastic filament, die worden verwarmd tot het smelt en laag tot laag extrudeert. Er zijn verschillende soorten filament die je kunt gebruiken, het type kunststof hangt af van de functionaliteit van je 3D product dat je wilt printen.

Selective Laser Sintering (SLS)
Door een laser te gebruiken in een poederbed zal de temperatuur boven het smeltpunt komen. Laag na laag resulteert in een 3D-product. Met dit soort techniek heb je geen ondersteuning nodig om je product te printen. Deze techniek maakt gebruik van een technisch functionele kunststof, bijvoorbeeld nylon. Je moet altijd een nabehandeling volgen om een ​​glad oppervlak te krijgen.

Afdrukken van stereolithografie (SLA)
In een vloeistofbad met UV-gevoelige vloeistof verhardt een UV-laser uw 3D-product. Deze techniek is zeer precies en bereikt bijna de eigenschappen van een ABS-kunststof. Als een laag klaar is, wordt het object 1 millimeter naar beneden verplaatst in het bassin. Je product is bevestigd op een platform. Dit soort 3D-printen is erg snel en het oppervlak is zeer gedetailleerd en complexe geometrieën vormen geen uitdaging. De verschillende formaten zijn afhankelijk van de 3D-printer.

Low Force Stereolithography (LFS)
LFS lijkt bijna op SLA-afdrukken. LFS gebruikt een vloeibare en lineaire verlichting om uw product te bedrukken. LFS maakt gebruik van een Light Processing Unit met een harstank, optisch venster en rollers. Een flexibele film buigt geleidelijk naarmate het onderdeel wordt verlaagd, waardoor de druk wordt verlaagd en licht aanvoelende steunen mogelijk zijn die gemakkelijk kunnen worden afgepeld.

Laminated Object Manufacturing (LOM)
Deze techniek is bijna vergelijkbaar met SLS, in het geval van poeder gebruik je papier of lagen kunststof of metaal (gelamineerd) in combinatie met warmte en druk. Een computergestuurde laser of mes snijdt de vorm van jouw 3D-product.

Inkjettechnologie
Het belangrijkste verschil bij het gebruik van inkjettechnologie is de hoogwaardige kwaliteit die je krijgt en direct in alle kleuren print. Met deze techniek smelt het geen poeder maar lijmt het het materiaal. Het meest voorkomende voorbeeld van deze techniek zijn de 3D-geprinte producten van jezelf, “mini me’s”.